Paragrafen

Weerstandsvermogen

De gemeente dient te beschikken over een structureel sluitende begroting. Dat is de enige wettelijke norm. De begroting is dan materieel en reëel in evenwicht. De gemeente kan dan aan de bekende financiële verplichtingen voldoen, zonder aanvullende maatregelen te treffen. De gemeente Den Haag voldoet aan deze verplichting. Daarnaast worden door het BBV nog meerdere kengetallen voorgeschreven om op te nemen in de begroting om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de financiële “gezondheid” van de gemeente. Deze financiële kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien. De kengetallen zijn daarom gezamenlijk opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Deze kengetallen zijn in de eerste plaats bedoeld om inzicht te geven aan de gemeenteraad in de financiële positie. Er bestaan geen wettelijke normen. In de onderstaande tabel zijn de voorgeschreven financiële kengetallen opgenomen. De meerjarige kengetallen zijn ontleend aan een geprognosticeerde balans, welke extracomptabel tot stand is gekomen.

Conclusie
De gemeente heeft een sluitende begroting. De algemene reserve is van voldoende niveau om de voorziene risico’s op te vangen als deze zich in de volledige omvang voordoen. De financieringslast van de gemeente is structureel draagbaar en de gemeente heeft relatief lage schulden. Daarnaast kent Den Haag ten opzichte van het landelijk gemiddelde een gematigde lokale lastendruk. De solvabiliteit blijft de komende jaren boven de signaleringswaarde van de VNG van 20%.

Onderstaand de kengetallen in de programmabegroting 2026 – 2029

 

jaarrekening 2024

begroting 2025

begroting 2026

begroting 2027

begroting 2028

begroting 2029

Netto schuldquote

28,11%

31,77%

42,54%

48,53%

54,12%

57,38%

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)

24,93%

28,91%

39,73%

45,91%

51,66%

55,13%

Solvabiliteitsratio

32,79%

31,11%

27,39%

26,82%

26,25%

25,13%

Structurele exploitatieruimte

2,98%

 0,96%

 0,06%

 0,77%

 0,04%

 0,35%

Grondexploitatie

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

1,23%

1,28%

Belastingcapaciteit

92,87%

91,15%

91,50%

91,50%

91,50%

91,50%

EMU-saldo (in dzd. Euro's)

-51.324

-288.273

-310.000

-162.000

-156.000

-154.000

 
Netto Schuldquote en Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)

Netto schuldquote

jaarrekening 2024

begroting 2025

begroting 2026

begroting 2027

begroting 2028

begroting 2029

Vaste schulden (excl. vooruitontvangen canons)

1.597.703

1.480.393

1.377.424

1.274.582

1.321.840

1.568.988

Netto vlottende schuld

208.644

358.595

386.922

414.561

519.685

395.142

Overlopende passiva (plus vooruitontvangen canons)

654.678

517.000

571.000

581.000

556.000

569.000

Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar

135.612

111.306

96.255

78.010

62.628

47.177

Uitzettingen < 1 jaar

1.205.838

972.637

653.606

385.527

345.257

345.130

Liquide middelen

2.006

1.850

1.632

1.829

1.770

1.744

Overlopende activa 

184.266

154.000

163.000

167.000

162.000

164.000

Totale baten (exclusief mutaties reserves)

3.318.903

3.513.611

3.339.971

3.374.443

3.373.775

3.441.926

Netto schuldquote  

28,11%

31,77%

42,54%

48,53%

54,12%

57,38%

Netto schuldquote  gecorrigeerd voor verstrekte leningen

24,93%

28,91%

39,73%

45,91%

51,66%

55,13%

De netto schuldquote geeft aan hoe de netto schuld van de gemeente zich verhoudt tot de jaarlijkse baten. Anders gezegd: kan met het jaarlijkse inkomen de schuld worden gedragen? Door de VNG is hiervan indicatief aangegeven dat gemeenten met een schuldquote van 130% of meer zich in de gevarenzone bevinden. Hierbij is een nuancering op zijn plaats. Het kan namelijk voorkomen dat gemeenten veel geld doorlenen aan derden, zoals bij woningcorporaties nogal eens het geval is. Om die reden is de ‘netto schuldquote gecorrigeerd’ ontwikkeld. Hierin is het doorleeneffect geëlimineerd en geeft daarmee een zuiverder beeld van de positie van de gemeente weer. Het is goed er bij dit alles op te wijzen dat de oplopende schuldquote vanaf 2025 veroorzaakt wordt door de afname van het tijdelijk liquiditeitsoverschot (rekening courant schatkistbankieren) en het in latere jaren aantrekken van langlopende leningen voor de uitvoering van investeringsprojecten. Immers de schuldquote geeft de verhouding weer tussen de hoogte van de schuld en de jaarlijks te realiseren baten. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoewel de schuldquote oploopt, blijft deze ruim binnen de signaleringsgrens van 130 procent. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.

Solvabiliteitsratio

Solvabiliteitsratio

Jaarrekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Eigen vermogen

1.271.891

1.122.380

931.549

883.601

905.412

899.721

Balanstotaal

3.879.296

3.608.000

3.401.000

3.295.000

3.449.000

3.580.000

Solvabiliteit

32,79%

31,11%

27,39%

26,82%

26,25%

25,13%

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen. Solvabiliteit is een term uit de bankwereld. De solvabiliteit geeft aan in welke mate een bedrijf zijn langlopende schulden kan terugbetalen. Dat is voor een bank belangrijk bij zijn beslissing om een bedrijf al dan niet een langlopende lening te verstrekken. Hoe meer eigen vermogen een bedrijf heeft, hoe hoger de solvabiliteit. Als dat bedrijf dan verlies maakt, komt de terugbetaling van de langlopende lening niet in gevaar omdat dat verlies ten koste gaat van het eigen vermogen van het bedrijf. Als dat bedrijf verlies blijft maken, is er een bepaalde solvabiliteit nodig om dat bedrijf te kunnen liquideren zonder de terugbetaling van de lening in gevaar te brengen.

Bij de gemeente heeft de solvabiliteit als losstaand getal een beperkte betekenis.Dit is het gevolg van bewust beleid, immers de bestemmingsreserves moeten besteed worden. De kredietwaardigheid van de gemeente wordt niet bepaald door de solvabiliteit en de gemeente kan niet worden geliquideerd. Illustratief is dat het Rijk nooit zijn eigen solvabiliteit berekent. Het belangrijkste onderdeel van het weerstandsvermogen is de algemene reserve.

De gemeentelijke solvabiliteit vertoont een dalende tendens. Dit is het gevolg van bewust beleid.
De komende jaren blijft de solvabiliteit naar verwachting boven de signaleringswaarde van de VNG van 20 procent. De kengetallen voor de schuldquota’s blijven ruim onder de signaleringsgrens van 130 procent.

Structurele exploitatieruimte

Structurele exploitatieruimte

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

kengetal structurele exploitatieruimte

 0,96%

0,06%

0,77%

0,04%

0,35%

Het kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de
gemeente gedekt zijn door structurele baten (zie ook paragraaf 4.5). Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is door de structurele baten en de structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. En dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt. Een negatief percentage betekent dat de structurele baten niet toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. En dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. Het kengetal is in alle jaren positief; wel is van 2025 naar 2026 een teruggang zichtbaar. Dit komt door de afname van het gemeentefonds, waardoor er in dat jaar meer sprake is van incidentele baten. Doordat het Rijk in haar voorjaarsnota tot en met 2027 extra geld voor gemeenten beschikbaar gesteld heeft, is in 2028 een vergelijkbare terugval in het kengetal zichtbaar. Naar 2029 toe verbetert het kengetal weer licht.

Grondexploitatie
De gemeente ziet grondexploitaties als een waardevol instrument om er voor te zorgen dat de stad zich blijft ontwikkelen in de gewenste vorm. Aan grondexploitaties zitten risico’s. Den Haag beperkt deze risico’s zoveel mogelijk door voorziene verliezen aan de voorkant af te dekken en eventuele winsten pas te verantwoorden als het voldoende zeker is dat deze zich voordoen. Deze systematiek is uitgebreid toegelicht in de paragraaf grondbeleid. Desalniettemin blijft er een restant risico. Daarbij kan als vuistregel gehanteerd worden dat hoe groter het aandeel van de grondexploitaties is ten opzichte van de totale gemeentelijke begroting hoe groter de impact is als het risico zich voordoet. Uit het kengetal blijkt dat de waarde van de grondexploitaties bij de gemeente Den Haag relatief een gering deel van de totale baten vormen. De inzichten uit de nieuwe meerjarenprognose grondexploitaties zijn te vinden in de paragraaf grondbeleid van deze begrotingen.

Belastingcapaciteit

Belastingcapaciteit

Jaarrekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

259

272

282

299

317

337

Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

185

191

195

207

220

233

Afvalstoffenheffing voor een gezin

480

496

507

537

570

605

Eventuele heffingskorting

0

0

0

Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

924

960

985

1.043

1.107

1.174

Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin t-1

994

1.053

1.077

1.140

1.210

1.283

Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde 

92,87%

91,15%

91,50%

91,50%

91,50%

91,50%

De belastingcapaciteit zou eigenlijk beter omschreven kunnen worden als de belastingdruk. Dit kengetal geeft namelijk de lokale lastendruk weer als percentage van de landelijke lastendruk en geeft weer hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Den Haag heeft met een percentage van circa 92% lage woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit past binnen het streven van de gemeente om de woonlasten zo laag mogelijk te houden.

EMU-saldo
Het EMU-saldo is het geraamde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie. Het opnemen van het EMU-saldo is een verplichting die wordt voorgeschreven door het BBV. In de eerste jaren verwacht de gemeente een hoger EMU-tekort dan over de afgelopen jaren. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Dit hangt onder meer samen met het Meerjarig Investeringsplan en de uitvoering van het incidentele beleid uit het coalitieakkoord voor deze jaren. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat het tekort in deze jaren toeneemt. Het landelijke beeld is dat in de realisatie het EMU-saldo doorgaans lager is dan het begrote saldo. Na 2026 lijkt het EMU-saldo af te nemen. Voor een belangrijk deel komt dit doordat de (vervangings)investeringen voor die jaren nog niet volledig in te schatten zijn.

Geprognosticeerde balans

(bedragen in € 1.000)

jaarrekening 2024

begroting 2025

begroting 2026

begroting 2027

begroting 2028

begroting 2029

Vaste activa

Immateriële vaste activa

5.843

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

Materiële vaste activa

2.138.986

2.256.000

2.383.000

2.503.000

2.644.000

2.792.000

Financiële vaste activa

341.188

311.000

290.000

266.000

245.000

224.000

2.486.017

2.573.000

2.679.000

2.775.000

2.895.000

3.022.000

Vlottende activa

Voorraden

1.169

6.000

3.000

3.000

45.000

47.000

Uitzettingen/Vorderingen

1.205.838

873.000

554.000

348.000

345.000

345.000

Overlopende activa

184.266

154.000

163.000

167.000

162.000

164.000

Liquide middelen

2.006

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

1.393.279

1.035.000

722.000

520.000

554.000

558.000

Totaal Activa

3.879.296

3.608.000

3.401.000

3.295.000

3.449.000

3.580.000

Vaste passiva

Eigen Vermogen

1.271.891

1.122.000

932.000

884.000

905.000

900.000

Voorzieningen

146.380

130.000

134.000

140.000

146.000

147.000

Langlopende schulden

1.597.703

1.480.000

1.377.000

1.275.000

1.322.000

1.569.000

3.015.974

2.732.000

2.443.000

2.299.000

2.373.000

2.616.000

Vlottende passiva

Vlottende schulden

208.644

359.000

387.000

415.000

520.000

395.000

Overlopende passiva

654.678

517.000

571.000

581.000

556.000

569.000

863.322

876.000

958.000

996.000

1.076.000

964.000

Totaal Passiva

3.879.296

3.608.000

3.401.000

3.295.000

3.449.000

3.580.000


De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente in de komende jaren op de balans.
De investeringen worden deels met langlopende leningen (schulden) betaald. De langlopende schulden blijven onder de in de literatuur genoemde bovengrens van 130 procent van de exploitatie. Met andere woorden: de financiële positie van de gemeente blijft gezond.

Deze pagina is gebouwd op 09/12/2025 12:20:38 met de export van 09/12/2025 11:53:04